Vandaag is het vijfenzeventig jaar geleden dat op de Burcht/ hoek Prins Hendrikkade, aan de loswal, tien verzetsmannen werden doodgeschoten.
Vijf jaar geleden schreef ik Lijn 45. Een jeugdboek waarin zes kinderen van nu teruggaan naar de Zaanstreek tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De kinderen in mijn boek maken de aanloop naar die fusillade mee, maar het moment dat het gebeurt bespaar ik ze. Die dag zijn ze veilig terug in 2015.
Door: Merel Kan
Pieter van Berge was dertien toen het gebeurde en hij was er wel bij. Hij vertelde zijn verhaal aan Monumenten Spreken:
Het was doodstil. Het enige wat je hoorde was dat de mensen neergeschoten werden. Je ziet het gebeuren, maar je gelooft het niet. Niemand kwam in opstand, ze waren allemaal vreselijk bang. Ik vroeg me af waarom we niet het Wilhelmus zijn gaan zingen. Maar ik was ook nog maar een jongen van dertien.
Je zag de kogels ook het water ingaan. En die officier gaf diegene die nog een beetje bewoog een genadeschot.
Daarna werden ze meteen bij elkaar geveegd. Ik zie het nog voor me. Twee mannen pikten ze op, elk een been en bij de auto een arm erbij en wham hup werden ze erin gegooid.
Toen werd alles opgeruimd. De brug ging weer dicht. En de Duitsers vertrokken.
Met Monumenten Spreken, en ook in Lijn 45 vertellen we vooral over de gebeurtenissen die leiden tot het moment waarop de mannen worden gefusilleerd.
Het was vijfenzeventig jaar terug erg onrustig aan de Zaan. Kort achter elkaar worden twee mannen geliquideerd door het verzet. Fred Kater was net geen achttien, volgens mij is hij daarmee het jongste slachtoffer dat door de ondergrondse in de Tweede Wereldoorlog werd gedood.
Fred was leerling van het Zaanlands Lyceum, de zoon van de banketbakker op de Gedempte Gracht en hij stond bekend als een verrader. Vlak voor het oude gemeentehuis aan de Burcht wordt hij neergeschoten. Nog geen week later, op steenworp afstand van die plek, wordt aan de Savornin Lohmanstraat een eind gemaakt aan het leven van NSB-er en Onderluitenant van de Staatspolitie Franciscus Diedericus Willemse.
De Duitsers zijn woest. Op 6 februari 1945 laat Polizeiführer Rauter een razzia uitvoeren in het centrum van Zaandam tussen de Bloemgracht en de Prinsenstraat. 500 mensen worden uit hun huizen gehaald en naar de Burcht gedreven.
Het is een ijskoude, lange dag vol dreiging, maar die dag wordt er niet geschoten. Wel worden er honderd mannen afgevoerd voor de Duitse arbeidsinzet. Drie dagen later besluiten de Nazi’s alsnog dat er een bloedig signaal moet worden afgegeven aan de Zaanse bevolking. Uit de gevangenis aan de Weteringschans worden tien mannen gehaald.
De jonge Pieter van Berge beschikte niet over een tijdmachine om mee te vluchten en het beeld van de mannen op de kade zou hij zijn leven lang niet meer kwijtraken:
‘De ervaring daar op die kade die komt nooit meer uit je geheugen weg. Het is voor mij een levend beeld.’
De 10 mannen
Paul Bakker, eigenaar uitgeverij/drukkerij ‘Boek- en Handelsdrukkerij S.J.P. Bakker in Amsterdam. Vanaf 1941 hield hij zich bezig met het drukken van illegale brochures, pamfletten en gedichten en, later, in zeer grote oplagen de bladen Vrij Nederland en Trouw. In totaal vervaardigde hij miljoenen stuks illegaal drukwerk. Op 29 januari vond een inval plaats in de drukkerij. Bakker en zeven personeelsleden werden gearresteerd.
Catrinus Douma (Idsardi) was werkzaam als agent in zaaizaden en pootgoed. In 1943 werd hij rayonleider van de LO in de Wieringermeer. In dat kader was hij op velerlei terrein betrokken bij de hulpverlening aan onderduikers. Vanaf de herfst van 1944 regelde hij de uitbetaling van lonen aan stakende, ondergedoken spoorwegmannen. Op 31 januari 1945 werd hij gearresteerd en overgebracht naar Amsterdam.
Jaap de Haan was aan het begin van de oorlog in Rotterdam werkzaam bij dagblad De Rotterdammer. Na zijn verhuizing naar Amsterdam, medio 1941, kwam hij als machinezetter in dienst bij Boek- en Handelsdrukkerij S.J.P. Bakker aan de Lijnbaansgracht. Ook hij werd op 29 januari 1945 gearresteerd. Zijn echtgenote hield tot de bevrijding joodse onderduikers in haar huis verborgen.
Joop de Jonge werkte vanaf 1936 als typograaf bij Boek- en Handelsdrukkerij S.J.P. Bakker aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam. Op maandagochtend 29 januari 1945 was hij een van de zeven personeelsleden die tijdens een inval door de Sipo in de drukkerij werden gearresteerd.
Jan Overeem was sedert begin 1939 als letterzetter in dienst bij Boek- en Handelsdrukkerij S.J.P. Bakker in Amsterdam. Op 29 januari 1945 overviel de Sipo de drukkerij (door de miljoenen gedrukte exemplaren wel eens de ‘huisdrukkerij’ van VN en Trouw genoemd) en arresteerde Overeem, zijn patroon Bakker en zes collega’s.
Johannes Ruijter was eigenaar van een landbouwbedrijf aan Middenweg 72 in Beemster. Hij had hij veel contacten met de OD en, later, de LO en het NSF. In 1944 raakte hij nauw verbonden met de KP-Purmerend/Waterland en de KP-Beemster. De boerderij van Ruijter fungeerde inmiddels niet meer alleen als onderduikplaats voor vele verzetsmannen. Door verraad werd hij op 7 januari 1945 in zijn woning gearresteerd. Zijn zoon Joris was drie dagen eerder in Hoogkarspel gefusilleerd.
Gerrit Stapel woonde met zijn echtgenote, zoon en vier dochters in Amsterdam. Sinds het midden van de jaren dertig was hij in zijn woonplaats als typograaf/bedrijfsleider in dienst bij Boek- en Handelsdrukkerij S.J.P. Bakker aan Lijnbaansgracht 208–209. Vanaf 1941 was hij betrokken bij het in zeer grote hoeveelheden vervaardigen van illegaal drukwerk. Op maandag 29 januari 1945 werd hij gearresteerd.
Gerrit van Wetering was eigenaar van een handel in ijzerwaren, gereedschappen en huishoudelijke artikelen in Hilversum. In de loop van 1944 raakte hij, als penningmeester van de Interdiaconale Hulpactie (IDHA), in Hilversum betrokken bij de hulpverlening aan onderduikers. Mogelijk als gevolg van verraad werd Van Wetering gearresteerd.
Student Jan Dirk Janssen (1915, Baarn) op De Burcht doodgeschoten. Zijn foto vonden we op de website van de Oorlogsgravenstichting.
Magazijnmeester Jan Bakker (1918, Ten Boer) werd ook gedood, maar zijn foto konden we niet vinden.
(bronnen: Erebegraafplaats Bloemendaal, Monumenten Spreken, 4 en 5 mei comité Zaanstad. De foto boven is van het Gemeentearchief Zaanstad)