Wintergasten zijn vogels (of andere organismen) die in het najaar en/of winter bij ons verblijven. Vaak doen ze dit omdat het voedselaanbod onvoldoende is door kou en/of sneeuw. Ons land, met name het westen, is door veel water en grazige gebieden inclusief de kustzone, uitermate geschikt voor diverse wintergasten. Vele behoren tot de familie van de eend-achtigen (eenden, ganzen, zwanen), maar niet uitsluitend. In deze serie zal ik hier aandacht aan besteden.
Er zijn van die momenten in het jaar, die heel betekenisvol zijn voor mij. Zo ergens in het najaar als ik door de polder fiets of ’s nachts in mijn bed lig en ik hoor piew, piew dan geraak ik een kalme mindset en denk aan dalende temperaturen, morsige blauwe luchten, vallende bladeren en berijpte takken . Ze hebben die lange reis weer gemaakt, en wij mogen gratis al hun pracht aanschouwen. Welkom terug; de nr één wintergast voor mij, de Smient!
Bij duizenden zijn ze neergestreken in het Zaanse, deze ronduit prachtige eend, want daar hebben we het over. Helemaal vanuit Scandinavische streken gevlogen, grazen ze als koeien de sappige veenweiden af. Ik ben vanaf jongs af aan al gefascineerd door het bekijken van eenden, en veelal weet ik nog precies waar ik de eerste zag van een bepaalde soort. Gek genoeg van de Smient weet ik het niet meer…
Eenden zijn in het vogelrijk best een beetje ‘een vreemde eend in de bijt’, een mooie uitdrukking trouwens. Een bijt is een gehakte opening in het ijs. Eenden (en ook ganzen en zwanen) bezitten als een van de weinige vogelfamilies een gedraaide, wokkelachtige penis. Daar waar het grootste overige deel van de vogelfamilies een cloaca bezitten, een orgaan waar zowel het uitscheiden van afvalstoffen als de voortplanting/ei-leg mee moet geschieden. Cloaca is het Latijnse woord voor ‘riool’, maar dit geheel terzijde.
Smienten zijn echte zwem-eenden. Nu zal je denken, ‘duh’! Ja wacht even, je hebt namelijk ook duik-eenden, zoals de eveneens prachtige en algemene Kuifeend. Wat zijn de verschillen? Zwem-eenden kunnen ten eerste slecht duiken. Dit komt door de plaatsing van hun poten. Bij duik-eenden zitten die meer naar achteren geplaatst, en kunnen dus zodoende meer stuwing genereren om naar beneden te duiken. De plaatsing van de poten heeft echter ook een nadeel; ze kunnen moeilijker lopen op land. Kijk, daar hebben de Smient, en andere zwem-eenden, zoals de Wilde eend dan weer geen last van. De poten zitten ongeveer onder het zwaartepunt van hun lichaam, dus kunnen ze relatief gemakkelijk lopen op land.
En dat doet de Smient dan ook. Vooral in de nacht grazen ze bij duizenden tegelijk de weilanden af, iets waar boeren niet altijd blij mee zijn, vanwege het vertrappen- en onderpoepen ervan. Overdag rusten ze veelal op de wat grotere wateren. Gezellig met zijn allen bij elkaar, een tactiek om het eventuele rovers niet gemakkelijk te maken. Op de Stoterplas in het Twiske kunnen ze dan massaal verblijven, iets waardoor het Twiske mede ook zijn officiële Wetlandstatus (Conventie van Ramsar) aan heeft te danken. Later is dit vervat in de Natura2000 beschermingsstatus. Daar mag best wel iets meer rekenschap van gegeven worden, gezien alle ‘recreatie’ plannen die mogelijk op stapel staan, maar dit is mijn persoonlijke mening.
De Engelse naam voor de Smient is de Eurasian wigeon. Dat Eurasian slaat op het feit dat hij voorkomt in zowel de (noordelijke delen van) Europa, alsmede Rusland en delen van Azie. Hij wordt ook wel fluiteend genoemd, iets wat eigenlijk gereserveerd is voor soorten die daar naar vernoemd zijn, maar de naam past goed, gezien het geluid wat ze produceren, piew, piew.
Het mannetje van de Smient is te onderscheiden van het vrouwtje door het lichtgele voorhoofd welke afsteekt tegen de ‘koetjesreep’ gekleurde kop. De flanken zijn bijna egaal grijs en de staart is diep zwart. Als je de moeite neemt, om eens te gaan kijken naar de Smient, dan kun je heel wat beleven. Er is soms onderlinge rivaliteit. In deze tijd van het jaar worden namelijk de paartjes gevormd. Vele Smienten zijn echter monogaam en dus al voorzien. De mannetjes die nog niet gepaard zijn doen dan avances, wat niet altijd gewaardeerd wordt door de huidige partner. Wat dat betreft is het net Goede tijden, Slechte tijden..
Naast de herkenning ter land en in het water, kun je Smienten ook in de lucht duiden (zoals vele eenden). Zoals gezegd hoor je vrijwel altijd piew, piew en dit is onmiskenbaar. Daarnaast hebben Smienten, wittige delen op hun vleugel, die in de vlucht duidelijk afsteken. Dit deel wordt ook de spiegel genoemd, en is een belangrijk onderdeel bij de balts waarbij dit expliciet getoond wordt. De algemeen voorkomende Krakeend heeft ook witte spiegels, maar ziet er voor de rest veel minder bont uit. Overige, bij ons voorkomende eenden hebben ander gekleurde spiegels, een goed kenmerk.
Zo aan het eind van de winter, of iets daarvoor, zijn de Smienten ‘ineens’ verdwenen. De Smienten zijn hier tijdelijk en op een gegeven moment gaan ze terug naar hun broedbiotoop. De timing kan van vele factoren afhangen die alleen de Smient weet. Slechts enkele blijven achter in Nederland en komen tot broeden hier, maar in de Zaanstreek acht ik die kans klein, maar niet ondenkbaar. We gaan zien wat de verschuivende klimaatgrenzen voor invloed hebben op de trek van de Smienten de komende jaren. Blijven ze in hun broedbiotoop en besparen ze hun barre en onzekere reis? We weten het niet.
Ik kan mij goed voorstellen dat je enthousiast bent geraakt door dit verhaal. Nou dan heb ik een gouden tip voor je, speciaal voor Orkaan lezers! Een hele goede locatie om de Smienten te gaan bekijken is o.a. ter hoogte van de Amerikaanse windmolen in de Kalverpolder en in de Enge Wormer. Negen van de tien keer kun je nog de komende weken Smienten in volle glorie aanschouwen. Sommige grazen overdag op land, maar de meeste verblijven op het water. Stof de verrekijker af en gaat dat zien, voor het te laat is.
Piew, piew klinkt het in de nacht, en ik dommel geruststellend in…