De meeste mensen vallen op het tegenovergestelde geslacht. Jongens worden verliefd op meisjes en andersom. Dat noem je heteroseksueel. Ook zijn de meeste mensen tevreden met het geslacht waar ze mee geboren zijn. Je bent dan geboren als jongen of als meisje en je voelt je ook zo. Deze mensen noem je cisgender. Iedereen die niet hetero of cisgender is valt onder de letters LHBTQ. Sommige mensen gebruiken een nog langere afkorting. Namelijk LHBTQIAP+. Wat al deze letters betekenen leer je in de Paarse Vrijdag Krant en vertellen we je graag kort hier.
De H staat voor ‘homo’. Dat betekent dat je alleen valt op mensen van hetzelfde geslacht. Je bent een jongen en wordt verliefd op een andere jongen. Of je bent een meisje verliefd op andere meisjes. Toch denken veel mensen bij het woord homo alleen aan jongens. Daarom is er een woord speciaal voor homo meisjes, namelijk ‘lesbisch’, de letter L.
De B staat voor ’biseksueel’. Dat betekent dat je op meisjes én jongens verliefd kan worden. Sommige mensen vinden dat het helemaal niet uit maakt of je jongen, meisje, of iets anders bent om verliefd te raken. Deze mensen noem je panseksueel. Daar staat de P dus voor.
De letter T staat voor ‘transgender’. Een transgender persoon heeft een lichaam dat niet past bij diens gender. Bijvoorbeeld een meisje geboren met het lichaam van een jongen. Er zijn ook mensen die intersekse zijn. Daar staat de I voor. Intersekse mensen zijn geboren met een lichaam dat een beetje jongen en een beetje meisje is. Zij hebben bijvoorbeeld een vagina en geen borsten. Zij zijn niet hetzelfde als transgender personen, omdat hun lichaam al vanaf geboorte zo was.
De A is voor ’aseksueel’. Dat betekent dat je geen seksuele aantrekking voelt voor andere mensen. Je kan nog wel verliefd worden. Tot slot zijn er de Q van ‘queer’ en de plus. Die zijn voor alle mensen die niet (willen) passen bij de letters hierboven.