In de zesde klas, groep 8, van de Ooievaarstraatschool zat een jongen met pretogen en zwarte krullen. Hij trok wat naar de stoere boeven, maar ik vond hem lief. Hij was verlegen en liep niet voorop als het om kattenkwaad ging.
Afgelopen vrijdag werd de 22-jarige Lauranio uit Assendelft doodgeschoten en achtergelaten in een sloot in Amsterdam. Hoewel hij in aanraking was geweest met de politie, stond hij niet te boek als een zware crimineel, maar eerder als een jongen die een weinig stabiele ondergrond had.
Zijn advocaat Mark Jan Bouwman* plaatste de volgende tekst op twitter:
‘Lauranio, sinds je veertiende had ik het genoegen je advocaat te mogen zijn. Jouw verlegen en zachte kant ken ik dus ook al jaren. Nooit zal ik vergeten dat ik je bezocht op het politiebureau en dat je een oranje tijgerpak aanhad. Wat hebben we daar toen samen om gelachen. Woensdag sprak ik je nog, zoals zo vaak. Even tussendoor appen hoe het ging. Je sloot af met fijne avond en een boks. Het was je laatste bericht aan mij. Veel te jong gaat een mooi mens heen. Het was een voorrecht en een eer om je bij te staan. Na zoveel jaar hadden we samen aan een half woord genoeg. Heel waardevol is dat. Ik ga jou en je lach enorm missen. Rust zacht lieve jongen.’
De woorden van de advocaat maakten me aan het huilen: m’n klasgenootje met de pretogen werd doodgestoken op de achterbank van een taxi. Ik hoorde dat pas een jaar of tien later, want na de basisschool verloor ik hem uit het oog. Hij verdween in de geschiedenis als ‘een man uit het criminele circuit’.
Lauranio verdween ook, maar gelukkig had hij iemand die hem zag, die wist dat zijn lot beter had kunnen zijn als de stenen anders hadden gerold.
Als ik mijn ogen sluit zie ik aan de binnenkant nog altijd mijn lieve klasgenootje met de stralende glimlach, de grote bos krullen en de kuiltjes in zijn wangen. Wat had ik hem veel meer gegund.
*In een ver verleden was ik de eerste cliënt van Mark Jan Bouwman