We zijn nog niet uitgevogeld in stedelijk gebied en vandaag pakken we vogels waarmee mijn interesse op jeugdige leeftijd werd gewekt: de Putter en de Groenling!
In de tuin waar ik opgroeide stonden- en staan nog steeds Zwarte elzen. Daar zaten heel vaak Putters in. Met mijn telescoop kon ik ze levensgroot vanuit mijn slaapkamerraam in beeld krijgen en dan val je van je stoel wat je dan ziet: een tropische verschijning. Ze waren ook geliefd als volière vogel, zo kan ik uit eerste hand vertellen. Gelukkig zijn alle vogels beschermd (behalve exoten), dus dat mag nu niet meer. Zie je deze Zwarte elzen ergens staan dan is de kans groot dat daar dan ook Putters in vertoeven. Dit kan zowel in binnenstedelijk gebied als daarbuiten.
Een andere plek waar de trefkans op Putters heel groot is, zijn grazige bermen waar distels in groeien, u weet wel die stekelige planten met die mooie paarse bloemen. De Putter heeft naast de Zwarte elzen ook een sterke voorkeur hiervoor. Ook hier peutert, of moet ik zeggen ‘puttert’ hij de zaden uit de bloemhoofdjes. Zijn bijnaam is dan ook; de Distelvink. De Putter leeft heel veel in kleine groepjes. Het geluid wat ze maken is heel kenmerkend, maar laat zich moeilijk omschrijven. Ze putteren en knutteren, of zoeits.. Ga zeker op jacht naar deze ronduit schitterende zangvogel, één van mijn favorieten! Je kunt ze het hele jaar zien in Nederland, in de winter dus vooral in de elzenbomen. Tip! Neem een verrekijker mee voor het beste resultaat, ze zitten vaak in de toppen van bomen, of laag in de bermen, en zijn dan matig schuw.
Groenling
De Groenling behoort tot hetzelfde biologische geslacht als de Putter, n.l.: Carduelis. Deze naam verwijst overigens eveneens naar het plantengeslacht Carduus, welke o.a. de Kruldistel bevat, maar dit terzijde. De Groenling is groter dan de Putter en ook zijn snavel is steviger. Dit zegt iets over zijn dieet. Beide vogels behoren trouwens tot de familie der Vinken, en dit zijn eigenlijk allemaal zaden-etende vogels, alhoewel een klein dierlijk hapje ws ook niet versmaad wordt. De Groenling heeft een groengeel verenkleed (vooral zomers), dus doet zijn naam eer aan. Ook deze vogel heeft een sterke voorkeur voor bepaalde zaden. Vooral zaden van roosachtigen gaan er goed in bij de Groenling. Denk hierbij aan de veel aangeplante Rimpelroos, niet te verwarren met de Rozenbottel, waarin je ook dikwijls Groenlingen kunt aantreffen.
De Groenling heeft een zang die enigszins lijkt op de (kooi) kanarie-piet, (welke ook naaste familie is) maar dit hoor je veel minder dan het sterk nasale geroep wat hij doet. Er zijn dagen dat je niet door een wijk of park kunt lopen en op afstand dit al hoort. Zeker nu volop, maar ook later in het jaar. Ook kun je Putters en Groenlingen door elkaar heen treffen in het najaar en winter. En zelfs groepjes waar ook nog Sijsjes en andere soorten bijzitten. Maar focus je vooral op de nasale roep, die leert het snelst. Dit zit vooral in het eerste deel van het fragment.
Groentjes!